Jean-Pierre Cornut

Jean-Pierre Cornut
Opgericht in 1941, is dit wijndomein nu in handen van Jean-Pierre Cornut, de derde generatie van de familie. Hij ruilde zijn carrière in de luchtvaartindustrie om in 1993 terug te keren naar zijn ouderlijk huis te Chassagne Montrachet toen zijn vader ziek werd.

Het kasteel zelf is gelegen nabij de top van het dorp Chassagne. Het karakteristieke 18e-eeuwse herenhuis met de geglazuurde tegels in ruitmotief, gebouwd op de ruïnes van een 15e-eeuws kasteel, werd door Jean-Pierre volledig gerestaureerd. De indrukwekkende15e-eeuwse gewelfde kelders werden onaangeroerd behouden.

Om te illustreren hoe ingewikkeld dit deel van de Bourgogne kan zijn, leidt Jean-Pierre bezoekers naar de achterkant van het huis waar de wijnstokken naar de hoofdweg hellen. De wijngaard ligt in de streek van de Maltroie 1er Cru en bestaat uit drie delen: Maltroie, Maltroie Crêtes en de ommuurde Clos de la Maltroye, vernoemd naar het kasteel; drie verschillende appellaties; allen beplant met zowel rode als witte druiven. Toen Jean-Pierre het wijndomein overnam, kwam zijn ervaring als ingenieur van pas om belangrijke veranderingen door te voeren, zoals de introductie van een temperatuurcontrolesysteem voor de productie van zowel rood als wit, twee pneumatische persen en automatisch pigeage voor de rode wijnen. Groot en artistiek (hij is erg trots op zijn indrukwekkende collectie aan hedendaagse kunst), Jean-Pierre Cornut is zowel eigenaar als wijnbouwer.

Maltroye is een van de grootste domeinen in Chassagne met 15 hectare grond, waarvan 13 in Chassagne en 2 in Santenay, met een productie van 70% Premier Cru-wijn. Jaarlijks worden ongeveer 70.000 flessen geproduceerd (60% Chardonnay en 40% Pinot Noir). De parel van het domein is de Clos de Château, bestaande uit één stuk (monopole) met 1½ hectare Chardonnay en 1½ hectare Pinot Noir.

De rode en witte wijnen hebben aparte kelders en vaten kamers. De Chardonnay-druiven worden binnen de twee uur na het plukken geperst, de dode gistcellen (lies) zakken naar de bodem en de gisting begint aan lage temperaturen in roestvrij stalen vaten voordat de wijn halverwege wordt overgeheveld naar eiken vaten in de kelder op de begane grond met temperatuurregulatie. De witte wijnen ondergaan een malolactische gisting in het vat en verouderen een jaar op eikenhout, voordat ze met een neutraal gas en onder vacuüm worden gebotteld.

De rode druiven worden volledig ontsteeld en geperst en ondergaan een koude maceratie voor hun gisting in roestvrij stalen vaten bij een lage temperatuur – dit voor een periode van 25-30 dagen. De opvoeding duurt 14 tot 18 maanden in eiken vaten en op lie. Ook deze worden nadien met neutraal gas, onder vacuüm gebotteled. De vaten voor de rode wijnen worden ondergronds bewaard in de indrukwekkende 15de eeuwse gewelfde kelders.

De witte wijnen hebben in het begin vaak petrol aroma’s in de neus, een teken van een reductie. Dit ebt vrij snel weg om plaats te maken voor levendige, genuanceerde aroma’s van peer en bloesems met een subtiele minerale en ietwat hartige noot. Fris, vol en droog met een elegante, lange afdronk kunnen deze wijnen goed verouderen. De rode wijnen zijn vol en krachtig en hebben in mindere mate dezelfde gereduceerde neus in de aanzet. Ze openen zich wel snel om een mooie, zuivere, fruitaroma’s en een uniek karakter te onthullen.
Filteren
We kunnen geen producten vinden die overeenkomen met de selectie.