Nicolas Thienpont

Nicolas Thienpont
Nicolas was niet altijd een wijnmaker. In tegenstelling tot zijn neven leidde hij zijn eigen leven, ver weg van Bordeaux. Na zijn briljant afgeronde studies rechten en filosofie in Bordeaux, Parijs en Zwitserland, doceerde Nicolas meerdere jaren filosofie in Reims. In 1983 werd de lokroep van de wijngaarden van Puygueraud echter te groot en keerde hij terug naar zijn geboortestreek Bordeaux. Zijn eerste jaar in Puygueraud was een les in realiteit, naar de essentie van het wijnmaken. Met het boek van Emile Peynaud in de ene hand en in de andere hand een snoeischaar, startte hij zijn eerste wijnjaar.

Château Puygueraud werd destijds op het einde van de jaren 1940 aangekocht door zijn ouders, George Thienpont (zonder ‘s’ gespeld om verwarring tegen te gaan met zijn vader) en zijn Vlaamse moeder Monique. Het is een fraai 14e-eeuws kasteel met een donjon dat prachtige vergezichten biedt over de Côtes de Francs. Het domein telt 28 hectare weilanden en bossen, destijds perfect om een landbouwbedrijf te starten. De 6 hectare wijngaarden waren aan hun lot overgelaten en George besloot om alle wijnstokken te rooien. George had een diploma rechten op zak, maar specialiseerde zich in het kweken van runderen en het telen van mais. Hij introduceerde er het destijds zeldzame Blonde d’Aquitaine-ras, het rundveeras dat ook vandaag nog steeds te vinden is op het domein van Puygueraud, daar waar Matthieu, de broer van Nicolas, zich bezighoudt met de boerderij.

De eerste oogst van Puygueraud waren appelen en kiwi’s. Wel kreeg de regio in 1967 een nieuwe ‘appellation contrôlée’ voor wijn toebedeeld: Bordeaux Côtes de Francs. Hoe dan ook duurde het nog een jaar of tien voor de streek echt wakker werd. George plantte de eerste wijnstokken aan in 1979. Het eerste wijnjaar van Nicolas, 1983, was meteen een groot succes. George Thienpont was de allereerste wijnmaker die het potentieel van de hellingen rondom Saint-Emilion wist in te schatten. Vandaag worden de Côtes de Bordeaux niet alleen geprezen om de schoonheid van hun landschap, maar ook om hun authentieke, rijke en kruidige wijnen met een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding.

Puygueraud is goed voor 13 hectare wijngaarden met een ondergrond van leem en klei-kalksteen. De wijngaard bestaat uit 55 procent merlot, 25 procent cabernet franc, 15 procent cabernet sauvignon en 5 procent malbec. Om de kwaliteit te onderscheiden, werd er een tweede wijn geïntroduceerd: Clos de Bories.

Al snel ging Nicolas op zoek naar andere uitdagingen op wijngebied, een gedrevenheid die hem zijn hele carrière zal volgen. Hij ging vooral op zoek naar nieuwe wijngaarden in de Côtes de Francs, een appellatie die hij zwaar onderschat vond. In 1984 kocht Nicolas 7,5 hectare wijngaard van Château Puygueraud en creëerde hij Château Laclaverie, genoemd naar de 15e-eeuwse torens die in de wijngaard gevonden werden. De bodem is zand op een bed van klei en kalksteen en de wijngaard werd opgedeeld in 50 procent merlot, 25 procent cabernet sauvignon en 25 procent cabernet franc.

In 1988 greep Nicolas de kans om een ander naburig wijndomein te kopen: Château Charmes Godard. De diverse percelen staan er aangeplant met zowel witte als blauwe druivenrassen. De bodem is een mix van kalksteen en klei met wat leem, met daaronder een mergelachtige ondergrond. De druivenrassen voor rood zijn 70 procent merlot en 30 procent cabernet franc. Op het kleine perceel van 1,5 hectare staan witte druivenrassen aangeplant, goed voor 65 procent semillon, 20 procent sauvignon gris en 15 procent muscadelle. Twee jaar later werd Château La Prade aangekocht, dat ook op het kalksteenplateau van Saint-Cibard ligt. Deze eigendom van 7 hectare staat aangeplant met 85 procent merlot en 15 procent cabernet franc, en resulteert in rijke en sappige wijnen met een aangename frisheid. Het laatste domein dat Nicolas kocht was Château Alcée in Côtes de Castillon.

Omdat hij over een breed palet wijnen beschikt, past Nicolas het wijnmaken aan volgens het terroir. Aangezien Côtes de Francs een gebied is waar de druiven later rijp zijn, jongleert Nicolas nog steeds met de diverse stadia van rijpheid, terwijl zijn neven reeds klaar zijn met de oogst. Het hoofd koel houden en een zeer goede kennis van de druivenstokken zijn essentieel. De druiven worden geplukt, met de hand geselecteerd en zacht geperst, alvorens ze in roestvrijstalen tanks of betonnen kuipen gaan. Nicolas staat bekend om lage gistingstemperaturen en lange, zachte maceraties, om zo veel mogelijk fruit uit de druiven te halen en niet te veel tannines. Elke wijn krijgt vervolgens een rijping in een mix van nieuwe en gebruikte Franse eiken vaten voor een periode van 18 tot 20 maanden. Nadien worden de wijnen geklaard maar niet gefilterd.

De rode Côtes de Francs-wijnen van Nicolas vallen op door hun rechtlijnige en zuivere indrukken, rijk en aards van karakter met aroma’s van pruimen, cederhout, zoethout en peper. Terwijl de aroma’s van de wijnen heel expressief zijn, zijn de textuur en de smaak verrassend soepel. Puygueraud wordt geprezen om zijn rijke en kruidige smaken, en geldt als de meest volle wijn. La Prade is meer open en fruitig, een mix van aroma’s van bessen die goed samengaan met de eik. De wijn van Charmes Godard is vrij gestructureerd en streng in zijn jeugd. De witte wijn van Charmes Godard biedt Nicolas de gelegenheid om een uitermate complexe witte wijn te maken. De druiven worden manueel geoogst, heel zorgvuldig geselecteerd en ontsteeld. Het sap rust vervolgens aan een lage temperatuur en wordt nadien overgebracht naar eiken vaten. De gisting kan tot 8 maanden in beslag nemen, terwijl de wijn in contact blijft met de droesem die regelmatig wordt omgeroerd, de zogeheten bâtonnage. Het resultaat is een erg complexe en rijke witte wijn die tegelijkertijd een frisse ruggengraat bezit en zeer expressieve aroma’s van witte bloemen, perziken en room.

In 1995 kwam er een nieuwe uitdaging voorbij toen Nicolas gevraagd werd of hij het schitterende domein van Château Pavie-Maquin wilde overnemen, een Grand Cru Classé Saint-Emilion die helemaal bovenaan het beroemde kalksteenplateau van de appellatie ligt. Sedert 1986 werd het gerund door Madame Barre die de principes van de biodynamie toepaste. In die tijd was deze biologische manier van wijnbouw nieuw voor Bordeaux en kreeg het domein af te rekenen met meerdere rampzalige oogsten. Toen mevrouw Barre met pensioen ging, was Nicolas bijzonder opgetogen dat hij meer kon te weten komen over deze specifieke wijnbouwmethode, maar koos evenwel voor een meer pragmatische versie. Reeds eerder kende het Château een illustere wijngeschiedenis. In 1897 werd het domein gekocht door Albert Macquin, een landbouwingenieur die met succes de techniek van het enten ontwikkelde en zo de wijnstreek van Bordeaux redde na de druifluisplaag.

Nicolas maakte kennis met een jonge werkkracht in de wijngaard, Stéphane Derenoncourt (nu beroemd voor wijnen in heel Bordeaux), en samen schroefden ze de wijngaard terug naar een meer klassieke manier van biologisch werken. Met een torenhoog respect voor de oude wijnstokken binnen de 14,5 hectare (een groot deel zijn meer dan 60 jaar oud), worden de wijnstokken gesnoeid en opgebonden volgens de dubbele cordon-methode, waardoor het bladerdek zich meer opent. Ook wordt er tussen de rijen geploegd, worden er bepaalde grassen gezaaid en wordt er een biologisch sproeiprogramma gehanteerd. Een groene oogst, deels wegnemen van het bladerdek en lage opbrengsten, zorgen samen voor zuivere en perfect rijpe druiven.

De wijngaard staat aangeplant met een mix van 70 procent merlot, 25 procent cabernet franc en 5 procent cabernet sauvignon. Tijdens de oogst worden de druiven met de hand geplukt en twee keer geselecteerd, waarna ze in cementen kuipen gaan – de kuipen dragen charmante oude meisjesnamen als Aglade, Berthe, Fernande en Gertrude – voor een lange maceratietijd die soms een maand duurt. De wijnen krijgen vervolgens een rijping in houten vaten (70 procent nieuwe Franse eik) voor ongeveer 16 maanden, waarna ze zacht gefilterd worden maar niet geklaard. De totale productie bedraagt ongeveer 84.000 flessen, inclusief de tweede wijn: Les Chênes de Macquin. Pavie-Macquin staat voor weelderige en spannende wijnen met duidelijke aroma’s van rood en zwart fruit, een intense en frisse structuur met een mix van fruit, tannines en eik richting een harmonieuze en zijdezachte finale. Een beloning voor Nicolas’ werk in Pavie-Macquin kwam er toen het Château gepromoveerd werd tot Premier Grand Cru Classé in de classificatie van Saint-Emilion van 2012.

Nicolas, die uitstekend bijgestaan wordt door zijn zoon Cyrille, die ook L’If voor zijn oom Jacques runt, superviseert eveneens de wijnen van Château Berliquet, Château Beauséjour Duffau-Lagarrosse en Château Larcis Ducasse. Dit laatste wijnkasteel, nadat het tien jaar geleid werd door Nicolas, werd in de classificatie van Saint-Emilion van 2012 gepromoveerd tot Premier Grand Cru Classé, net zoals Château Pavie-Macquin.

Nicolas is echt de ‘denker’ van de familie, een man die steeds minstens honderd projecten in zijn hoofd zitten heeft. Hij is snel, spitant en intelligent, en citeert zowel vlot uitdrukkingen in het Latijn als hij de laatste grap vertelt vanuit het lokale café op de hoek. Hij houdt ervan om nieuwe technieken en ideeën te delen met zijn neven of met andere geïnteresseerden, en is vandaag een van de meest boeiende wijnmakers van Bordeaux. In de zeldzame momenten dat hij uitrust, vinden we hem in het bassin van Arcachon terug waar hij nadenkt over de dingen die hij reeds verwezenlijkte maar tegelijk weer op zoek gaat naar nieuwe uitdagingen.

Filteren
Bekijken als Rooster Lijst

1 Item

per pagina
Aflopend sorteren
Bekijken als Rooster Lijst

1 Item

per pagina
Aflopend sorteren