Champagne

Champagne is onderworpen aan een van de meest strikte regelgevingen binnen het AOC-systeem zowel op het stuk van productie als wijnbouw.

 De druiven die mogen gebruikt worden zijn de drie meest bekende - Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier - maar daarnaast zijn nog vier andere druivenrassen toegelaten: Pinot Blanc, Pinot Gris, Arbane en Petit Meslier. Er zijn regels voor de snoeimethodes, regels met betrekking tot de maximale toegelaten opbrengst en bij wet is verder vastgelegd dat de tweede gisting op fles moet gebeuren en dat voor jaartalloze champagne de wijn minimum 15 maanden op de lies (droesem) moet rijpen en minstens 3 jaar voor een jaargangchampagne.

Al deze wettelijke bepalingen zijn begrijpelijk gelet op de talrijke schuimwijnen in de wereld die champagne werden genoemd.  De Champagne wil terecht alles in het werk stellen om de authenticiteit van zijn wijnen te beschermen.

Schuimwijnen kwamen in heel de geschiedenis wereldwijd voor, maar Champagne was de eerste regio die schuimwijnen maakte op regelmatige basis. In tegenstelling tot de populaire legende was het niet de monnik Dom Pérignon die champagne ontdekte. Wel heeft hij veel bijgedragen tot het productieprocedé. Champagne werd pas echt belangrijk toen er glazen flessen op de markt kwamen die de druk van deze schuimwijn konden weerstaan en Aldolphe Jaquesson in 1844 het metalen muselet ontwikkelde dat over de kurk werd geplaatst om te voorkomen dat door de druk de kurk eruit zou ploffen. Sedertdien werd Champagne geassocieerd met koningshuizen, denken we maar aan het Britse hof en de Russische Tsaren, hoewel die in de 19e eeuw veel zoeter was dan nu. Het waren de Britten die in 1876 de benaming Brut Champagne bedachten. In 2007 kende Champagne een recordverkoop met maar liefst 338,7 miljoen flessen.

Er zijn meer dan 100 champagnehuizen waarvan de belangrijkste zijn aangesloten bij de Grandes Marques. Daarnaast tellen we ongeveer 19.000 verschillende wijnboeren waarvan sommigen, net zoals dertig jaar geleden in Bourgogne, stilaan de coöperatieven en grote champagnehuizen verlaten om zelf hun wijnen te verhandelen. De ‘récoltant-manipulant’-wijnboer (wijnbouwers met eigen wijngaarden die zelf champagne maken) is momenteel een enorme trend. In Champagne zijn nog maar weinig huizen in familiebezit. Een van de laatste is Billecart-Salmon.

Champagne kent verschillende stijlen.

Brut (zonder jaartal) is de grootste categorie.

Cuvée Prestige is de topwijn van een champagnehuis met daarop een extra  vermelding  zoals bijvoorbeeld : Cristal (van Roederer) of Dom Pérignon (van Moët et Chandon).

Blanc de Noirs is een blend gemaakt van de “zwarte”druiven van Pinot Noir of Pinot Meunier. 

Blanc de Blancs is een champagne die uitsluitend gemaakt is op basis van Chardonnay.

Rosé Champagne wordt gemaakt door een deel stille rode Pinot Noir bij de cuvée te doen of wordt verkregen door Pinot Noir-druiven te laten macereren op schil.

De niveaus van zoetheid in champagne zijn heel variërend. Van droog naar heel zoet gelden : Extra Brut, Brut, Extra Dry, Sec, Demi-Sec en Doux. 

Verwarrend is dat de categorieën Extra Dry en Sec behoorlijk zoet zijn, zo bezit Sec 17 tot 32 gram restsuiker per liter. 

Champagne wordt het beste geserveerd in een tulpglas of zelfs in een wijnglas. Een champagnecoupe is niet aanbevolen omdat de belletjes snel verdwijnen in dit ondiepe en brede glas. Champagne moet koel geserveerd worden en vrij snel gedronken na de aankoop (met uitzondering van jaargangchampagne die naargelang  van het wijnjaar tien jaar en langer kan bewaard worden).

Champagne is uiteraard de feestwijn bij uitstek, maar past ook uitstekend bij zoute gerechten (zoals gerookte zalm en kaviaar) en bij diverse soorten terrines, paté, foie gras en ham (zoals pata negra, jamón ibérico bellota) en desserts. 

Bekijken als Rooster Lijst

15 Items

per pagina
Aflopend sorteren
Bekijken als Rooster Lijst

15 Items

per pagina
Aflopend sorteren